Havenreglement

Het havenreglement  kunt u ook onderstaand downloaden. 

Klik hier om het havenreglement 1-6-2020  te downloaden.

                                 BOTENHAVENREGLEMENT
                                  Met ingang van 1 juni 2020


INHOUD

Hoofdstuk 1;                         Aanvraag en toewijzing ligplaats: Artikel 1 t/m 6

Hoofdstuk 2:                        Opzegging ligplaats:Artikel 7 t/m 10

Hoofdstuk 3:                        Gebruik van de ligplaats: Artikel 11 t/m 16

Hoofdstuk 4:                        Onderhoud boten:Artikel 17 t/m 22

Hoofdstuk 5:                        Slotbepalingen:Artikel 23 t/m 30


Hoofdstuk 1. Aanvraag en toewijzing ligplaats

Artikel 1.Uitsluitend leden van 18 jaar en ouder van de LHV De Snoek komen in aanmerking voor een ligplaats.

Artikel 2.Het aanvragen voor een ligplaats kan worden gedaan bij de havenmeester of via de website van de LHV De Snoek.

Artikel 3.1.In de haven worden uitsluitend open visboten toegestaan. Eventuele uitzonderingen kunnen alleen door het bestuur - in overleg met de havenmeester- worden toegestaan.

Artikel 3.2Voor een standaard ligplaats mag een boot de volgende afmetingen niet te boven gaan:
Lengte: 5,25 m. (inclusief buitenboordmotor); Breedte: 1,85 m.

Artikel 3.3.Per toegewezen ligplaats is slechts één boot toegestaan.

Artikel 3.4.Indien er geen ligplaats beschikbaar is, kan men op een wachtlijst worden bijgeschreven. Hiervoor geldt dat men lid moet zijn van LHV De Snoek. Ook hiervoor geldt dat men 18 jaar of ouder moet zijn.

Artikel 3.5.Toewijzing van een ligplaats vanaf de wachtlijst geschiedt op volgorde van plaatsingsdatum op de wachtlijst.

Artikel 3.6Bij verkoop door een verenigingslid van een boot welke reeds een plaats in de haven inneemt, heeft de koper/koopster het recht op de ligplaats als de verkoper/ster daarmee instemt. De koper/koopster dient lid te zijn van LHV De Snoek.

Artikel 3.7.Bij verkoop als vermeld in artikel 3.6 is koper/koopster aan de vereniging geen liggeld voor het lopende jaar verschuldigd onder uitdrukkelijke voorwaarde dat de kosten van de ligplaats reeds zijn betaald.

Artikel 4.1Bij toewijzing van een ligplaats vóór 1 juli is liggeld over het gehele kalenderjaar verschuldigd. Na deze datum is slechts de helft van het liggeld verschuldigd.

Artikel 4.2Het verschuldigde liggeld dient betaald te zijn voordat een toegewezen ligplaats in gebruik mag worden genomen en de bijbehorende huurovereenkomst door de huurder/huurster en het bestuur is getekend.

Artikel 5.1Na betaling van het liggeld ontvangt men eenmalig een tag (elektronische sleutel) van het toegangshek in bruikleen. Hiervoor dient een door het bestuur vastgestelde borgsom te worden betaald.

Artikel 5.2Deze tag kan alleen aan derden in bruikleen worden gegeven nadat hiervoor toestemming is gegeven door de havenmeester.

Artikel 5.3Bij verlies van een tag kan men tegen betaling van opnieuw een borgsom een nieuwe tag bij de havenmeester aanvragen.
De oude borgsom vervalt.
Artikel 5.4Een tweede tag voor een tweede gebruiker kan tegen betaling verstrekt worden. De tweede gebruiker dient lid van de LHV De Snoek zijn. Een verzoek hiertoe dient met redenen omkleed bij het bestuur te worden ingediend. Voor hem/haar gelden gelijke verplichtingen als voor de ligplaatshouder.

Artikel 6.Liggeld en sleutelgeld worden vastgesteld door de Algemene ledenvergadering.

Hoofdstuk 2. Opzegging ligplaats

Artikel 7.Bij beëindiging van het lidmaatschap van de LHV De Snoek vervalt onmiddellijk het recht op een ligplaats.

Artikel 8.Opzegging dient schriftelijk vóór 1 oktober van het kalenderjaar te gebeuren.
Bij tussentijdse opzegging is er geen recht op een (gedeeltelijke) restitutie van het liggeld.

Artikel 9.Als de ligplaats gedurende één jaar niet is gebruikt, vervalt het recht op de ligplaats tenzij vooraf een schriftelijk bevestigde regeling met de havenmeester is overeengekomen.

Artikel 10.De vergoeding voor een ligplaats dient uiterlijk per 1 januari van het nieuwe kalenderjaar te zijn voldaan. Indien de eigenaar hier niet aan voldoet kan de vereniging het huurcontract opzeggen en de boot laten verwijderen. Hiervoor geldt een gelijke procedure zoals vermeld in de artikelen 20.3 t/m 20.5. Kosten van verwijdering, opslag en/of vernietiging zijn voor rekening van de eigenaar.

Hoofdstuk 3. Gebruik van de ligplaats

Artikel 11.De botenhaven is uitsluitend toegankelijk voor leden, hun huisgenoten en eventuele introducés.

Artikel 12.Het is verboden een andere dan de toegewezen ligplaats in te nemen.

Artikel 13.Het is verboden de boot op de toegewezen ligplaats, te vervangen door een andere boot zonder voorafgaande goedkeuring door de havencommissie.

Artikel 14.Het is niet toegestaan de ligplaats tijdelijk te laten gebruiken door een ander persoon dan de ligplaatshouder zonder toestemming van de havenmeester.

Artikel 15.Het is verboden om voorzieningen aan steigers of beschoeiing te treffen. Beschadigingen toegebracht aan de eigendommen van de vereniging zullen worden verhaald op degene die deze heeft veroorzaakt.

Artikel 16.Het is verboden de botenhaven en het oppervlaktewater op enigerlei wijze te verontreinigen.

Hoofdstuk 4. Onderhoud boten

Artikel 17.1De ligplaatshouder/ster is verplicht zijn/haar boot schoon, in een goede staat van onderhoud en drijvende te houden. Dit ter beoordeling van de havencommissie.

Artikel 17.2Indien de havencommissie het noodzakelijk acht dat een boot wordt leeggepompt, gaat zij hiertoe over. De kosten worden bij de ligplaatshouder/ster in rekening gebracht.

Artikel 18.Als een boot zinkt, wordt deze uitsluitend door de havencommissie gelicht. De kosten worden bij de ligplaatshouder/ster in rekening gebracht.

Artikel 19.Bootstokken opgeslagen in de boot, mogen niet buitenboord steken. Indien dit niet mogelijk is dienen zij op de daartoe bestemde plaats te worden opgeborgen.
Bij niet nakoming van deze verplichting heeft de havencommissie het recht de stokken op te bergen.

Artikel 20.1Door ondertekening van het huurcontract voor een ligplaats, verplicht de ligplaatshouder/ster zich om zijn/haar boot goed te onderhouden.
Bij niet nakomen van deze bepaling gaat de ligplaatshouder akkoord met de genoemde maatregelen zoals vermeld in de artikelen 20.2 t/m 20.5.

Artikel 20.2Bij constatering van onvoldoende onderhoud doet het bestuur schriftelijk mededeling aan de ligplaatshouder/ster en stelt deze in de gelegenheid alsnog binnen een door het bestuur aangegeven termijn het noodzakelijke onderhoud uit te voeren.

Artikel 20.3Bij het niet voldoen aan deze onderhoudsverplichting zal de boot door de eigenaar binnen een door het bestuur aangegeven termijn uit de haven moeten worden verwijderd en vervalt het recht op de ligplaats. Deze aanzegging zal middels een aangetekend schrijven worden kenbaar gemaakt.

Artikel 20.4Indien de eigenaar niet voldoet aan het gestelde in artikel 20.3 zal de vereniging de boot laten verwijderen. Kosten van verwijdering, opslag en/of vernietiging zijn voor rekening van de eigenaar.

Artikel 20.5De vereniging heeft volgens artikel 20.1 het recht om de maatregelen genoemd onder artikel 20.4 uit te voeren nadat zij de eigenaar schriftelijk en aangetekend van haar voornemen in kennis heeft gesteld.

Artikel 21.1Het is de ligplaatshouder/ster toegestaan om – in overleg met de havencommissie - de boot gedurende een termijn van ten hoogste vier weken op de oever, met name het werfgedeelte, te plaatsen.

Artikel 21.2Bij het uit het water halen van de boot c.q. het te water laten van de boot (uitsluitend door de havencommissie) dient de eigenaar van de boot aanwezig te zijn.

Artikel 21.3Laat eigenaar bij een afspraak als bedoeld in artikel 21.2 verstek gaan, dan gaat de afgesproken handeling niet door. Evenwel zal daarvoor wel een vergoeding in rekening worden gebracht.
De tarieven voor verschillende werkzaamheden e.d. worden op het publicatiebord van het havengebouw gepubliceerd.

Artikel 22.1Tijdens de winterstalling is het toegestaan om - na goedkeuring van de havencommissie - boten op de oever te plaatsen
De periode van de winterstalling is vastgesteld van 1 november t/m 31 maart.
Voor 1 maart moet een afspraak met de havencommissie zijn gemaakt over de datum voor het te waterlaten van de boot.

Bij extreme weersomstandigheden of zaken van overmacht kan – na toestemming van de havencommissie - van voornoemde periode worden afgeweken.

Artikel 22.2In verband met de verplichting om te voldoende aan de voortschrijdende milieuregelgeving, dienen bij het onderhoud aan boten de volgende regels in acht te worden genomen:

A.Voorafgaand aan het onderhoud dient ALTIJD overleg met één der leden van de havencommissie plaats te vinden.
B.Het afspuiten van boten mag alleen gebeuren op de daarvoor ingerichte afspuitplaats.
C.Schuren en afkrabben van boten mag alleen gebeuren op de daarvoor aangewezen plaats, waarbij de bodem moet worden afgedekt met bijv. een dekzeil en waarbij moet worden voorkomen dat het afval verwaait.
D.Bij machinaal schuren mogen uitsluitend schuurmachines met een goede stofafzuiging worden gebruikt.
E.Afval moet aan het einde van de werkdag direct worden verwijderd en in de daarvoor bestemde afvalbakken worden gedeponeerd. Klein afval mag in de daarvoor bestemde afvalbakken worden gedeponeerd. Groot afval en chemisch afval moet zelf worden afgevoerd.
F.Schilderen, lakken en/of andere oppervlaktebehandelingen mogen alleen gebeuren met een kwast of roller. Ook bij deze werkzaamheden moet de grond onder de boot voldoende worden afgedekt.
G.Bij kleine schilderwerkzaamheden binnenboord mag – in overleg met één der leden van de havencommissie – de boot in het water blijven liggen, mits het stof wordt opgevangen en ervoor wordt gezorgd dat geen verf of –verdunner in het oppervlaktewater terecht komt. Schilderwerkzaamheden aan de buitenkant van de boten moeten ALTIJD op de wal plaatsvinden.
H.Lassen en slijpen mag slechts plaatsvinden op een door de havencommissie aan te wijzen plaats. Boten in de omgeving moeten worden afgeschermd.
I.Tijdens de periode van winterstalling (van 1 november tot en met 31 maart) mag onderhoud slechts plaatsvinden in en na overleg met de Havencommissie.
J.Direct na afloop van de winterstalling moeten alle boten weer te water worden gelaten, tenzij vooraf met de havencommissie passende afspraken zijn gemaakt over een (aansluitende) periode van onderhoud. De duur van de onderhoudsperiode wordt in overleg met de Havencommissie bepaald. Bij overschrijding van de afgesproken termijn wordt een extra vergoeding in rekening worden gebracht.
De tarieven voor verschillende werkzaamheden e.d. worden op het publicatiebord van het havengebouw gepubliceerd.
K.Reinigen van boten kan het best geschieden met (schoonmaak)azijn, Antikal, een goed afwasmiddel, een schuurvrije allesreiniger of een vergelijkbaar (duurder) reinigingsmiddel dat voor de pleziervaart bij elke watersportwinkel te koop is. Deze schoonmaakmiddelen zijn goedgekeurd en toegelaten voor gebruik op oppervlakte water.
L.Afbijtmiddelen mogen slechts op de kant – op een daarvoor door de havencommissie aan te wijzen plaats – worden gebruikt en deze dienen tijdens en na het gebruik te worden opgevangen en als chemisch afval te worden verwijderd.
M.De havencommissie ziet toe op naleving van deze regels. Overtredingen zullen bij het bestuur worden gemeld. Bij ernstige overtredingen kan het bestuur de ligplaatshouder de toegang tot de haven ontzeggen en de ligplaats opzeggen. Bij zeer ernstige overtredingen heeft het bestuur de mogelijkheid om het desbetreffende lid te schorsen of te royeren.
N.Eventuele boetes, verband houdend met milieuovertredingen, komen voor rekening van het/de betrokken lid/leden.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 23.De ligplaatshouder/ster is verplicht aanwijzingen van het bestuur en/of van leden van de havencommissie onvoorwaardelijk en direct op te volgen.

Artikel 24Binnenvarende boten dienen voorrang te verlenen aan uitvarende boten.

Artikel 25.1De vereniging is niet aansprakelijk voor vermissing of vernieling aan de eigendommen van de ligplaatshouder/ster.

Artikel 25.2De vereniging is niet aansprakelijk voor vermissing of schade, door welke oorzaak dan ook, van/ aan de motoren welke zich in de bestemde berging bevinden.

Artikel 26.Wanneer de ligplaatshouder zijn boot gedurende enige tijd uit de haven verwijdert moet dit gemeld worden bij de havencommissie.

Artikel 27.Bij overtreding of niet nakoming van de hierboven genoemde voorschriften kan het bestuur maatregelen treffen die kunnen leiden tot het intrekken van het recht op een ligplaats in de boothaven.

Artikel 28.Het bestuur, leden van de havencommissie of andere daartoe door het bestuur te machtigen leden zijn bevoegd om, indien daartoe een dringende noodzaak aanwezig is, boten (tijdelijk) te verplaatsen of uit het water te halen zonder overleg met de eigena(a)r(en).

Artikel 29.In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur.

Artikel 30.Dit (herziene) reglement treedt in werking met ingang van 1 juni 2020.

Het bestuur van de LHV De Snoek,
 
de voorzitter,                                                           de secretaris,
(Kees Kool)                                                              (Jan Bruins)